top of page

De God van...

Wat hebben wij aan het geloof van andere mensen? Niemand kan voor een ander geloven, behalve Christus dan. Wél kan het geloof van een ander tot zegen en vricht voor ons zijn. Zó gezien zijn de Bijbelse geschiedenissen rijk en leerzaam. Ze vertellen ons over de God van...

Zondag is er een zogenaamde 'instapdienst'. De kinderen van de oudste groep van de kinderoppas (5+) zijn dan 's morgens in de eredienst aanwezig, er is voor hen geen oppas. De afspraak is dat in de verkondiging zo mogelijk enige rekening wordt gehouden met de Bijbelse geschiedenissen of lessen die in de afgelopen weken aan de orde zijn geweest.

Begin van de week ontving ik daarom de volgende informatie:

"De kinderen hebben in de afgelopen weken de verhalen van Abraham, Izak en Jacob gehoord. Deze aartsvaders zijn eigenlijk onze verre voorouders.Met de lessen van Abraham hebben de kinderen geleerd dat:God doet wat Hij heeft beloofd. God er is, zowel bij vreugde als verdriet. En dat je altijd aan de Heere mag vragen of Hij je wil helpen. Bij de lessen met Izak: de kinderen hebben gedacht over waar ze het meest van houden en leren dat God het belangrijkst is.de kinderen hebben gehoord welke fouten erin het gezin van Izak zijn gemaakt. Ze leren eruit dat iedereen fouten maakt, zonde doet. Alle mensen, groot en klein, zijn ongehoorzaam. En als laatste, Jacob;Uit deze lessen hebben ze gehoord dat God mensen uit liefde opzoekt, ook nadat ze dingen hebben gedaan die God niet goedvindt."

Omdat ik momenteel niet echt een serie volg, maar wel een aantal keer uit Mattheus heb gelezen, was mijn eerste gedacht: een mooie lijn vanuit het OT naar een passage in Mattheus (evangelie gericht op de Joden) over Abraham, Izak en Jakob. Zo kwam ik bij Mattheus 22: 32 Ik ben de God van Abraham en de God van Izak en de God van Jakob? God is niet een God van doden, maar van levenden.

Bij de exegese kwam ik echter op de veel lijnen en ik vroeg me af of ik de kernboodschap toegankelijk genoeg zou kunnen krijgen voor de jongste luisteraars. Daarbij speelde ook de vraag of ik dan de kernlessen die behandeld zijn recht zou doen.

Vervolgens ben ik naar de Oude Testament gegaan en 'zocht' ik een toegankelijke tekst over de God van Abraham, Izak en Jakob. Na een korte verkenning van 1 Kron. 29:18 ben ik uiteindelijke terechtgekomen bij Gen. 48: 15-16 En hij zegende Jozef en zei: De God voor Wiens aangezicht mijn vaderen, Abraham en Izak, gewandeld hebben, de God Die mij als herder geleid heeft, mijn leven lang tot op deze dag, de Engel, Die mij verlost heeft van al het kwaad, zegene deze jongens, zodat door hen mijn naam en de naam van mijn vaderen, Abraham en Izak, genoemd zal blijven en zij in het midden van het land in menigte zullen toenemen.

Hier spreekt de oude Jakob tot zijn verloren gewaande zoon Jozef en worden de twee kleinzoons, de zonen van Jozef, Manasse en Efraïm door Jakob als eigen zonen en daarmee als directe erfgenamen aangenomen.

Heel bijzonder is dan de zegen die door Jakob wordt meegegeven.

De zegen van de God waar zijn vader en opa mee wandelende. Maar Jakob zelf... hij zet zichzelf op een lagere positie dan vader en opa. Jakob ziet zichzelf als schaap en God als zijn Herder. Een prachtige verkondiging over Jezus Christus klinkt in de woorden over de engel die Jakob heeft verlost van alle kwaad.

De verkondiging voor komende zondag draagt nu als titel:De God van Abraham, Izak en Jakob. De God van... u/jou/mij!

bottom of page