top of page

Mag hoorder meer dan ‘stilletjes zitten luisteren’?

Wat is de rol van de hoorder rond de preek? Is er echt niets anders te doen dan aanhoren wat deze dominee deze keer te zeggen heeft?

In de literatuur kom ik veel tegen over de aandacht voor de hoorder. Met name de bijdrage van de Duitse theoloog Ernst Lange heeft tot aandacht voor de hoorders geleid. Hij neemt de reeds bekende trits op: ‘tekst-predikant-hoorder’. Uniek is dat hij het perspectief van de ‘hoorder’ echt serieus neemt en zelfs voorop lijkt te gaan zetten. De predikant krijgt "de rol van tolk en getuige. De tekst valt niet weg, maar wordt gerelateerd aan de situatie van de hoorder."(K.A. Schippers in: Postille 27, 1975-1976, blz.8).

De uitdagende vraag komt op in welke mate de hoorder ‘mee’ moet doen? Mag de hoorder meedoen in de tekstkeuze, in de preekvoorbereiding, tijdens de verkondiging ( bijv. door vragen te stellen, wat tegenwoordig digitaal goed mogelijk zou zijn via een chat-functie), en in het geven van feedback?

Natuurlijk mag er bij iedere eredienst reactie zijn bij de hoorder, dat wordt zelfs beoogd! Maar reactie waarop, op wie/Wie? Vaak gaat het op reacties op de preek. Soms op woorden uit het gebed en natuurlijk regelmatig ver het zingen (en vooral over de wens om anders/meer-soortig te zingen). Zelden of nooit hoor ik reactie op de tekstkeuze. Terwijl menig keuze was/is ingegeven vanuit de contacten met gemeenteleden. Zij spelen daarin een (impliciete) rol.

Een krachtig geluid over de plaats van de hoorder las ik in een citaat van Koopmans. Is horen het enige wat we te doen krijgen, zo vraagt hij zich af. Wie horen versmald tot ‘stilletjes zitten luisteren’ die doet geen recht. “... het goddelijke Woord verlangt niet uw instemming, maar uw bekering, niet uw luisterlust, maar uw gehoorzaamheid, niet uw bewondering, maar uw geloof. Hooren – dat is niet weinig, maar alles, en méér dan een menschenleven kan verwerken. “ We moeten de krachtige werking van het Woord kennen aan weerszijde van ons betrekkelijke leven: “de volstrekte duisternis van den val, het volstrekte wonder van de verzoening. En het betekent, het leven te laten richten en zegenen, richtend zegenen en zegenend richten, door deze heilige kennis uit Christus’ Evangelie.”

Dan is de hoorder druk... onder de indruk... van God die van Zich laat horen!

En ik hoop dat de hoorder hoort wat de prediker heeft gehoord.

Ik wil als prediker niet zozeer vertellen wat ík hoorde. Maar liever: de omstandigheden zo versterken dat de hoorder net zo kan horen als hoe ik hoorde. Dat zo Gods Woord wordt ontvangen!

bottom of page