top of page

Eenmansactie?


De preek lijkt wel een eenmansactie, in de voorbereiding en de uitvoering. Schijn bedriegt! Het beeld van de coöperatie past beter bij het product ‘preek’ dan het beeld van de eenmanszaak.

In de preekkunde (Homiletiek) worden tal van theoretische kaders aangereikt over de context waarin een preek ontstaat, hoe deze moet worden opgebouwd, wat relevant is voor de voordracht, hoe de leefwereld en de hoorders betrokken kunnen worden, etc. Al deze facetten spelen mee bij de preek.

Voor het ontstaan van een preek zijn een aantal factoren bepalend. In ‘Concreet en beeldend preken’ (Paul Oskamp en Rudolf Geel, coutinho, 1999, blz. 21) worden er 6 genoemd: (1) de Bijbeltekst, (2) de liturgie, (3) de hoorders en hun situatie, (4) de persoon van de prediker, (5) de opbouw en (6) stijl en taal. Dit is niet een proces in volgorde, maar een wisselwerking van al deze factoren. Mooi vind ik deze omschrijving in hetzelfde boek: “Predikers zijn net als kunstenaars ambachtelijk bezig én zij moeten het van ingevingen, van inspiratie hebben.”(blz. 20) Het maakt enigszins duidelijk wat er allemaal op elkaar inwerkt en hoe het zeker ook met inbreng te maken heeft.

Een preek maken is niet een analyse van een tekstgedeelte opstellen en voordragen. ‘Het is niet de bedoeling dat de predikant alleen maar een kanaal is waardoor het water stroomt; hij moet meer op een bron gelijken’ stelt Lloyd-Jones (Prediking en Predikers, De Banier, 1994, blz. 122). Maar natuurlijk put je dan niet ‘uit jezelf’, maar moet je ten dienste van de verkondiging je blijvend laven aan de stroom van Gods genade die door Woord en Geest vloeit.

Drinkend bij de bron, tijdens de preekvoorbereiding, sta je daar niet alleen. Je drinkt, maar weet en hoort ook de dorst van anderen, niet in het minst vanuit het pastoraat. Tijdens de opleiding werd het eens als volgt voorgesteld: neem als het ware een ‘foto’ van de gemeente voor je. Dat is zo mooi op de kansel; je ziet de mensen en kent voor een deel hun verhalen. En dát doet wat! Dat maakt gespannen (al die ogen die naar je kijken) dat geeft energie (al die mensen om Christus samengekomen zijn) dat laat denken (zorgvuldig formuleren vanwege de gevoeligheden). Maar het aller belangrijkste: dat gebruikt de Heilige Geest!

Op de kansel, maar ook achter het toetsenbord onderweg naar de kansel, spreekt de Geest. Daarom kan een preek geen monoloog zijn, geen eenmansactie. Dat laat de Geest niet toe. De Heilige Geest maakt ons hoorders naar Gods Woord, daarin zijn we met elkaar, coöperatief. De ongelijktijdigheid tussen de gemiddelde hoorder en de voor-ganger wil daaraan alleen maar dienstbaar zijn.

bottom of page